Vandaag

Het loopt tegen middernacht en ik heb net mijn eerste deel geschreven over de gebeurtenissen van gisteravond. Nu nog het vervolg en dan begin ik bij het wakker worden vanochtend. Geen kater of niets, geen dufheid in mijn hoofd, maar energiek en uitgerust opgestaan, voor het eerst na la die maanden lamlendigheid. Geen dromen die ik me kon herinneren, maar alleen in een lange en diepe slaap geweest. Ben ik weer beter, blijft dit verder zo? Moet ik niet te vroeg juichen? Ik wacht nog een paar dagen af voor conclusies, maar ik ben zeer hoopvol. En geen alcohol. Ik drink nu een kop kamillethee.

Ik had de hoofdprijs gewonnen aan de roulettetafel en tien minuten later stond ik met 3.600 euro weer buiten. De fiches had ik bij de kassa weer ingewisseld en waren er 36 briefjes van 100 euro in een brede envelop gedaan. Het was half twaalf.

Ik geloof niet in wonderen en op dat moment ook niet, maar het is niet makkelijk te beredeneren. Een toevallige reeks aan gebeurtenissen. Ik sta erbij en kijk ernaar.

Het geld hoefde ik natuurlijk niet en ik liep snel terug naar het Amstelveld. De alcohol en de wiet leken wat weg te ebben uit mijn lichaam en hoofd. Prima. Onderweg gooide ik de half opgerookte joint weg in een vuilnisbak. Daar had ik geen trek meer in, ook niet in alcohol. Geen party vannacht. Ik wilde naar huis en naar bed.

Ahmas zat nog op het bankje. Ik had geen behoefte om lang met hem te praten. Hij zag me aankomen lopen en stond op. Hij stak zijn hand uit, maar ik gaf hem geen hand. Wel gaf ik hem het envelopje dat ik vasthield. Ik heb gewonnen en je had gelijk. zei ik. Ik weet niet wat er is gebeurd, maar ik voel me een stuk beter. Ahmas nam het envelopje aan en stopte het in de binnenzak van zijn jasje. Goed zo, ik had niet anders verwacht, zei hij. Je moet nu rustig naar huis gaan en alles rustig laten bezinken. Niet te veel nadenken. Kom me over een tijdje opzoeken, ik verblijf in hotel Victoria, bij de Amstel. Ken je dat hotel? Nee, zei ik. Het zit op de Amstel vlakbij de Berlagebrug. Zoek het adres maar op. Ik logeer in de vogel-suite en ze kennen me goed: Ahmas. Geef me een echte hand en dan ga ik er ook vandoor.

Ik twijfelde, maar gaf hem een hand en we verdwenen beiden van het plein de nacht in.

Ik heb de gebeurtenissen toen ik thuiskwam. en ook vandaag, talloze malen herhaald en als een film in mijn hoofd afgespeeld, maar ik word er niets wijzer van. Gelijk gegoogeld op Arf en op Ahmas, maar niets relevants kunnen vinden. Wel het adres van het hotel direct gevonden. Ik weet nu waar het zit.

Ik ga het verhaal voorlopig aan niemand vertellen, misschien wel nooit. Toch zet ik het wel allemaal op deze blog, voor de geschiedenis. Vooralsnog zijn er ook geen lezers en volgers. Iedereen kan me nu of later voor gek verklaren. Maar ik ben niet gek en ik ben ook niet van plan om het te worden.

Als ik me zo goed blijf voelen, dan moet ik me hoe dan ook weer beter melden bij de krant, maar ik heb geen zin meer om terug te keren. Ik heb nu mijn vertrek in gang gezet en dan maar kijken hoe het verder afloopt. Ik ga het leven vanaf vandaag heel anders aanpakken, ik weet alleen nog niet hoe.

Vanmiddag gemaild naar Lydia, ik wilde haar graag snel zien, het liefst nog vandaag. Heel opgetogen geschreven dat ik me weer goed voelde, beter dan ooit en dat weer van de ene op de andere dag. Ongelofelijk, maar het is gebeurd. En ik sloot af dat ik naar haar verlangde. Ze kon me nu ook bellen als ze wilde. Graag zelfs. Liefs, Willem.

Maar er kwam in de uren daarna geen reactie, pas vanavond een mailtje van haar ontvangen. Ze was met de warme dagen naar een vriendin in IJmuiden geweest en had een paar dagen op het strand gelegen, nu het einde van de vakantie en bijtijds naar bed, want morgenvroeg weer beginnen. Ze was net thuis gekomen en had toen pas de mail gelezen. Een lieve en positieve mail Wim, schreef ze, te gek dat het weer goed gaat. Ze moest nog van alles doen, maar ze zou morgenavond bellen, rond acht uur. Met een hele grote kus, Lydia.

Ik ben de hele zondag thuis gebleven. Vegetarisch hapje besteld. Geen radio, muziek of tv. Discipline en geduld. Ondanks de adrenaline en de lichte euforie ga ik nu de computer afsluiten en naar bed.

Morgen weer een dag.

Gisteren

Al praktisch mijn hele leven noem ik mij een humanistische rationalist of een rationele humanist. Eigenlijk al sinds ik als kind niet meer in Sinterklaas geloofde en nergens anders meer in geloofde dan alleen in mijzelf. Maar ik ben geen atheïst met een zendingsdrang en ik ben te veel humanist en ook realist om te beseffen dat veel mensen wel religieus zijn. Ik kan daar verder goed mee leven.

De afgelopen dagen in opperste rust doorgebracht gedurende deze hittedagen. Ik heb overdag thuis gezeten, wat boodschapjes gedaan en ’s avonds in het Sarphatipark gezeten, ook op een vast plekje. Lieke aan de telefoon gesproken en ze had drukke verhalen, over Lowlands, de Parade waar ze daarna is geweest en dan straks weer aan het werk en aan de slag. Nu beginnen aan het echte leven, zo voelt het voor haar. Hard werken, maar nu nog even vakantie en een beetje feesten en beesten. Ze vroeg niet naar mijn blog of hoe het met me ging. Goed zo. Afgesproken dat we na het weekend ergens wat gaan eten in de stad. Bellen nog. En weer allemaal mailtjes van collega’s van de krant over de op handen zijnde veranderingen. Ik heb links rechts kort geantwoord dat ik me er voorlopig allemaal niet over uitlaat en me nergens mee bemoei. Genoeg eigen sores nu aan mijn hoofd.

Gistermiddag – zaterdag – belde de buurman aan. Hans. Hij bedankte nog voor de ham, maar hij kwam vertellen dat zijn zoon Victor 16 jaar was geworden en vanavond een feestje zou geven. Er kon wat geluidsoverlast zijn en ik was ook welkom. Ik ken de buurtjes redelijk goed en ik heb Victor nog vanaf dat hij kleuter was zien opgroeien. Ze kwamen hier een paar jaar na mij wonen. Ik woon hier sinds 2000, op de Onbekende Gracht. Ik feliciteerde Hans en zei dat ik het allemaal prima vond, maar dat ik niet langs zou komen. Veel plezier met de jongelui.

De hitte bleef drukken en dreef me naar buiten en nu weer naar het Amstelveld. Het zou vanmiddag en vanavond kunnen gaan onweren.Thuis nog even flink wat water gedronken. Het was vijf uur. Op mijn bankje zat een wat oudere man, hij zat aan een uiteinde van het bankje en niet zoals ik, altijd in het midden om andere potentiële bankzitters te ontmoedigen. Ik zit graag alleen. De andere bankjes waren bezet en ik ging aan de andere kant van de bank zitten waar de man zat. Ik knikte naar de man. Hij was helemaal in het wit gekleed en had wit lang haar. Een Aziatisch, Indiaas uiterlijk. In de zestig zo te zien, misschien wat ouder. Witte schoenen, witte broek, wit T-shirt met daaroverheen een wit jasje. Ja, dat zie je wel zo in Amsterdam, een spiritueel type. Hippie geweest? Ik had een spijkerbroek met riem aan en een effen donkerblauw Arrow button-down-overhemd met korte mouwen en met een borstzakje voor de foon. Geen T-shirt eronder met dit weer. En beige sportschoenen van Adidas zonder sokken en zonder gestrikte veters. Het was denk ik nog wel dertig graden. Ik zat er met een diepe zucht en mijmerde over het leven, mijn leven. Ronddraaien in gedachten en vooral hoop op verbetering. Maar ook proberen om niet te denken. Rondkijken en er zijn, de tijd laten passeren.

Ik keek op mijn iPhone en het was zes uur geworden. Tijd voor een biertje. Ik drink nooit voor zes uur. Altijd stipt om zes uur, of later. Maar je mag niet meer op straat bier drinken. Ik kan naar huis gaan, of naar de Gouden Knop om de hoek. Nee, ik ga een blikje fris halen bij de snackbar in de Utrechtsestraat, vlak om de hoek, en dan nog proberen om te blijven zitten tot ik echt alcohol wil en honger krijg. Ik stond op en vroeg spontaan aan de man naast me of ik wat te drinken voor hem kon halen. Hij antwoordde zonder buitenlands accent in keurig Nederlands, Nee dank u wel, ik heb nu geen dorst. Hij glimlachte.

Ik was snel weer terug met een blikje zoete cassis. Wel lekker koud en dronk het binnen een paar minuten leeg. De man naast me richtte zich tot me en zei, U zou beter gewoon water kunnen drinken en niet die zoete troep. Ja, dat is wel zo, antwoordde ik, maar ik wilde nu even ook wat zoets,. De man wachtte even en vervolgde. U moet echt water gaan drinken en in ieder geval geen alcohol meer. Dat maakt u ziek. Pardon, dacht ik, wat bedoelt en bezielt deze man? Ik antwoordde niet.

Ik kan u helpen, echt helpen om van uw malaise af te komen, zei hij. Sorry, antwoordde ik, maar we kennen elkaar totaal niet en ik los mijn problemen zelf op. Dank u. En daar hoort juist een glaasje alcohol bij. Ik werd kriegelig en wat agressief in mijn stem. Mafketel.

Hij praatte door op een langzame, rustige toon. Hij ging maar door met adviezen en hij leek mij te kennen. Maar dat was onmogelijk. Ik onderbrak hem en vroeg hem wie of wat hij was. Een dokter, een of andere goeroe? Hij stelde zich voor als Ahmas. Nee, hij was geen dokter, maar een helende profeet, de profeet van Arf. Ik stelde meer vragen, maar kreeg ontwijkende, vage antwoorden. We tutoyeerden elkaar inmiddels. Hij zie een paar keer, U moet niet te veel vragen.

Ik had zin om op te staan en weg te lopen, maar ik bleef in gesprek. En hoe zou u mij dan verder kunnen helpen, wat moet ik dan doen, vroeg ik op een gegeven moment. Hij zei dat ik nu heel goed moest luisteren.

Ik blijf hier tot middernacht zitten en dan wacht ik op je. Wat is je voornaam? Ik zei Willem. Wel Willem je hebt vanaf nu tot 00.00 uur de tijd om naar het casino te gaan bij het Leidseplein en dan moet je daar met honderd euro op een willekeurige roulettetafel het hele bedrag op nummer 16 inzetten. En dan zal je winnen, 35 maal je inzet. Je incasseert de winst en komt weer hier terug naar dit bankje. Dan geef je mij al het geld en als je vanaf middernacht voortaan geen alcohol, maar water drinkt, dan ben je voorgoed genezen. Dat is een belofte. Geef me je hand.

Hij stak zijn hand uit. Maar ik piekerde er niet over om mijn hand uit te steken. Een krankzinnige man met een krankzinnig verhaal. Ik stond op en zonder wat te zeggen, liep ik weg. Ik was boos en verontrust. Niet eens zozeer over de man zelf, maar over de onmogelijkheid om goed te functioneren en ik bij zo’n gek zat op een bankje in plaats van gezellig in gezelschap met gezonde mensen. Maar ik was niet gezond.

Ik liep weg en de man, die zich Ahmas noemde, herhaalde nog gedempt, Willem doe het vanavond, zet in op nummer 16. Ik wacht hier …

_

Ik wilde niet naar huis en ging naar de Gouden Knop. Bier. Bier met een jonge jenever met ijs ernaast. Daar was ik aan toe. Het was rustig in de zaak en de mensen zaten buiten op het kleine terras langs de straatkant die richting het Amstelveld wees. Het bankje waar de man zat kon je hiervandaan niet zien. Gelukkig maar.

Ik voelde me agressief, boos en chaotisch. 16, waarom 16? Ik heb niets met gokken of met casino’s, nooit gehad, ik heb er een hekel aan. Stoppen met drinken ok, dat is altijd een goed en veilig advies, maar dit was een waanzinnig voorstel.

Het bier met de borrel waren snel gedronken en ik bestelde weer een bier, geen kopstoot. Rustig aan nu. En ik had totaal geen zin om het ook aan wie dan ook te vertellen wat ik net meemaakte. Wat had ook voor zin? Wat had überhaupt nog zin? Naar huis gaan, wat eten en vroeg naar bed. Alles vergeten. Het kostte me allemaal alleen maar zinloze energie.

Ik voelde dat ik dronken wilde worden, me bezatten, destructieve tendensen. Doordrinken. Het laat maken en sikker op bed neerstorten. Het werd acht uur en ik had nog een paar bier achter mijn kiezen. Ik moest wat eten en bestelde een tosti. Misschien straks nog een, dat was dan mijn avondeten. Naar het casino, honderd euro inzetten, Ahmas. Wie en wat was Ahmas? Een gestoorde gek.

Waardoor het kwam weet ik niet, maar ik kreeg een dwingende behoefte om te roken, nooit eerder gevoeld. Ik taal nooit naar een sigaret. En nu had ik trek in nicotine en liever nog in een lekkere joint om buiten op te roken met een biertje. Dan kan ik alles goed vergeten. Nadenken en fantaseren over Lydia, over de kinderen. Over alle vrijheid die ik eigenlijk heb. Dat ik me ergens nooit meer druk hoef te maken over werk en ook niet om geld. Ik heb een leuk spaarpotje en ik krijg ongetwijfeld een aardige vertrekregeling bij de krant. Ik kan gaan reizen als ik weer wat beter ben. Alles is mogelijk, maar nu wil ik niets anders dan drinken en ook blowen. Ik eet de tosti op en betaal steeds direct. Toch zeg ik tegen de barman die ik verder niet ken dat ik zo terug ben.

Aan het begin van de Utrechtsestraat zit een blowtentje. Het heet de Blauwe papegaai. Ik ga naar binnen en koop een voorgedraaide wietjoint, de ‘special’, een melange van diverse cannabissoorten, vijf euro. Prima. En ik koop een aansteker. Ik ga hem niet in een keer oproken. In een paar etappes.

Ik loop terug naar het café en kijk eerst nog even op het Amstelveld. De man zit er nog op het bankje. Eikel, met zijn witte pak en witte haren.

Binnen aan de bar bestel ik weer een biertje en nog een tosti. Ik neem het biertje mee naar het terras en ga op een vrije stoel zitten aan een tafeltje. Er zitten waarschijnlijk verder wat toeristen. Ik steek de joint aan en inhaleer een paar keer diep. Ik moet net niet hoesten. De wiet ruikt heerlijk en ik voel de rook op een prettige manier op mijn longen slaan. Dat is heel lang geleden. Ik geniet. Mijn gedachten dwalen verder af en na een deel te hebben opgerookt maak ik de joint tegen een baksteen van de muur uit. Even genoeg zo. Laat de listige kruiden hun werk doen.

Het wordt negen uur en is donker aan het worden. Een paar lichtflitsen en wat gerommel. Het regent niet. Ik draai rond in herinneringen, maar wil niet aan de krant denken, niet aan al die honderden zaken van de afgelopen jaren. Aan mijn leven in de rechtbank. Mijn hemel wat een waste of time eigenlijk. Ik ben er niets mee opgeschoten,. Alleen maar veel narigheid gehoord en opgeschreven. En dat was dan het echte leven.

Ik bestel mijn zesde biertje en wordt dronken, stronken. Ik voel me lekker. Het hele gesprek met Ahmas schiet voor de zoveelste keer door mijn hoofd. Ik ben niet spiritueel, maar ik word ook niet beter. Ik heb nog een paar uur om eventueel te stoppen met drinken.

Ik heb geen behoefte om iemand ook maar te spreken en zet mijn telefoon uit. Ik steek de joint weer aan en neem nog een paar trekjes, Genoeg verder. Alles suzielt en duizelt in mijn hoofd. Ik zou Lydia wel willen neuken, nu.

Het wordt nu helemaal donker, af en toe nog een flauwe lichtflits, maar geen onweer in de stad. Ik besluit resoluut om naar huis te gaan, het is tien uur. Ik hoef tegen niemand wat te zeggen, gewoon opstaan en weggaan. Toch loop ik weer eerst naar het Amstelveld. Hij zit er nog steeds.

Ik loop naar het Frederiksplein voor een omweg naar huis en ik realiseer me dat ik naar links kan de Plantagebuurt in, of naar rechts de Ceintuurbaan op richting het Max Euweplein waar het casino zit. tien minuten lopen. Het is druk en drukkend in de stad, zaterdagavond, toeristen, auto’s en fietsen. Allemaal snelle beelden en geluiden om me heen die ik probeer bij te benen met mijn benevelde geest. Thuis heb ik nog meer bier. En nog een beetje over van de joint. Party-time. Ik voel me goed.

Maar ik ga niet naar links, ik sla rechts af en loop naar het casino. Ik ga inzetten en heb niets te verliezen. Arf is god en Ahmas zijn profeet.

In het casino pinde ik 100 euro en wisselde de twee briefjes van 50 euro om in 5 fiches van 20 euro. En als het niks wordt, dan stop ik met drinken en ga ik nooit meer naar het Amstelveld of de Gouden Knop. Zo simpel is dat.

Het hele casino is een kakofonie aan kleuren en desoriëntatie, Ik was er nog nooit eerder geweest. Ik wil er even snel in en uit. 100 euro verliezen als strohalm door een gek, en door de gek die ik zelf ben.

Ik ben niet gespannen, maar heel rustig en bedachtzaam. Cool controlee. Ik kom in de zaal met de roulettetafels en ga bij de eerste staan die ik tegenkom. Ik sta aan de rand van de tafel en er kan nog worden ingezet. Het is er niet druk en ik zie vooral wat Aziaten, Chinezen. Ik heb er geen oog voor. Ik moet mijn punt maken en snel. Ik leg mijn 5 stukjes van 20 euro op vakje 16 van de roulettetafel en zeg tegen de croupier, Alles of niets op dit nummer, 100 euro. De croupier knikt en even later zegt hij hardop. Rien ne va plus. Er mag niet meer worden ingezet en hij geeft de roulettebak een forse draai. Daarna wordt het kleine balletje met zijn hand en uit de pols in de bak geslingerd. Nog 20 seconden: blijf ik altijd ziek, of word ik genezen?

Het balletje stuitert en buitelt over wat kuiltjes heen. Ik voel me heel sereen. Het balletje komt tot stilstand in een vakje. Het is nummer 16.

Proxima b

Het was een tropische dag en het is nu een zwoele avond. Ik heb gisteren en vandaag op mijn vaste plekje op het Amstelveld gezeten. Op een fijn bankje en het is er rustig, ik kom er graag. Soms wordt er gevoetbald en ik kijk graag naar de moeders met hun kleine kinderen in het speeltuintje aan de andere kant van waar ik zit. En vlakbij is de Gouden Knop voor een biertje als ik zin heb, maar ik heb geen zin, en ik ga voorlopig niet naar de Beuk om Lydia te ontlopen. Ik heb haar nog kort gemaild, haar om geduld gevraagd en om liever nu niet te reageren. Rust. Mailtje van Frits ontvangen over mijn voorstel om te vertrekken. Hij komt er later op terug en mijn column is vanaf vandaag nu officieel ter ziele. Er stond vandaag een kort berichtje over in de bijlage. Ergens al een afscheid, ik heb er vrede mee. Het is goed zo. Ik voel me nog steeds totaal niet senang, ik voel me beroerd. De overstap op bier en een vegetarisch menu helpen niet. Mijn vleeswaren met serranoham aan de buren gegeven, ik wilde het niet weggooien. En ik drink nu kleine blikjes bier. Te veel, maar dat komt door het warme weer. Binnenkort minderen. Maar ik denk ook, waarom zou ik?

Gisteravond belde Freek. Hij wilde het nu vertellen, maar hij is met Linda al meer dan een half jaar bezig om een kindje te maken, maar het wil niet lukken. Hè, verdomme Freek, reageerde ik. Ze weten niet waar het aan ligt, Freek zijn zaad is in ieder geval springlevend, zo bleek uit onderzoek. Of er iets met Linda is, weten ze nog niet. Mijn hemel, straks een hele medische molen. Freek en Lieke weten hoe hun conceptie is verlopen: in een keer raak. Ik kon er smakelijk over vertellen, maar nu niet meer. En daarom zijn ze dan ook gestopt met alcohol, geen vlees – wel vis – en veel fruit en verse groente eten. Ook weer naar de sportschool. Het houdt ze allemaal enorm bezig en ze willen heel graag kinderen. Ik snap het natuurlijk en probeer mee te leven. Ank wist er al eerder van. Hij belt er van de week met Lieke over. Maar voor hetzelfde geld is het van de week wel in de roos, besluit ik positief en hoopvol. Ik kan er verder nu ook niets aan doen. We houden contact. Een zorg erbij.

Ajax is vanavond vernederd in Rusland en gaat niet door naar de Champignons League. En voor het eerst in mijn leven ben ik nu een beetje voor ADO Den Haag, de hooligan-club uit mijn geboortestad. Komt door de nieuwe trainer Zjelko Petrovic, de babbelzieke schlemiel, maar ik heb altijd een zwak voor hem gehad. ADO doet het nu goed aan het begin van de competitie. Maar ergens ook geen puf meer om het allemaal nog te volgen. Misschien ga ik helemaal met tv-kijken stoppen, ook de sport.

Aan het begin van de avond was er zogenaamd brekend nieuws op Twitter. Bij de dichtstbijzijnde ster, Proxima Centauri, is een exoplaneet ontdekt waarop potentieel leven mogelijk zou zijn. Het werd aangekondigd als groot nieuws op internet en in de wetenschap, maar veel media pikten het gereserveerd op, terecht, want ik haal er mijn schouders over op. Om de haverklap wordt er weer een exoplaneet ontdekt die zogenaamd sterk op de aarde lijkt en het dan verder nooit echt is. En of deze planeet ook echt bewoonbaar zou zijn is ook nog heel speculatief, maar de media presenteerden het vrij stellig. De planeet heet Proxima b en is maar vier miljard lichtjaar hier vandaan, de naam doet me eerder denken aan een merknaam voor anti-depressiva. Ik las al gelijk een serieus stuk over de mogelijkheden om er ooit naar toe te gaan. Er wordt steeds meer gespeculeerd en gefantaseerd over wat er allemaal zou kunnen. Over twintig jaar wil de NASA een bemande missie naar Mars sturen en de mensen ook weer terugbrengen. Kan misschien wel, maar wat heb je daar te zoeken? Een kolonie stichten? Een enkele reis naar de dood, naar een planeet met niets? Velen vinden het fantastisch, maar ik niet. Ik stoor me aan al die opgeklopte verhalen, ook van gerespecteerde wetenschappers, astronomen en zogenaamde wetenschapsjournalisten. Een hoop science-fiction.

En als ik de berichten van de laatste jaren moet geloven wordt ook binnen afzienbare tijd buitenaards leven ontdekt op zo’n exoplaneet. Dat schijnt min of meer al vast te staan. Eerst zien dan geloven. Want het leven op aarde kan best veel unieker zijn dan we denken. Hoeveel parameters zijn er niet nodig geweest voor het creëren van dna op aarde? Mogelijk triljarden unieke voorwaarden. Maar de wetenschap veronderstelt dat er heel veel potentieel leven in het heelal bestaat. Ik sluit niets uit, maar stoor me aan alle overdreven verwachtingen.

Het draait ook allemaal om geld voor de NASA. En dan vinden ze het gek dat er tientallen miljoenen Amerikanen zijn die in aliens geloven en dat worden er steeds meer.

Ik wind me op en draaf door. Ik drink mijn laatste biertje en ga naar bed. Moe en bezweet, weer uitgeput. Een paar weken geleden een vallende ster gezien vanuit mijn open raam. Ik heb toen een wens gedaan.

Tussendoor

Bij de eerste stoot van poolbiljart stoot je de bal tegen een driehoek van andere ballen aan. Met een knal rollen alle ballen alle kanten op. Onvoorspelbaar waarheen, maar als je alle parameters van de stoot de ballen en het biljart zou kennen dan zou iedere uitkomst van de stoot voorspelbaar zijn, tot op de millimeter, nanometer. Zo is het ergens ook na de big bang gegaan met alle materie, maar die beginstoot is nog lang niet tot stilstand gekomen, alle materie beweegt zich nog voort in tijd en ruimte. En misschien geldt dat ook voor het leven op aarde en dna, ook al ons handelen en denken planten zich nog steeds voort in een lange keten van oorzaak en gevolg en is alles te herleiden tot de knal van de big bang. Toeval bestaat niet. Maar het is onmogelijk om het leven te voorspellen. Of toch ook wel?

1, Er is maar een heelal en dat pulseert tot in de oneindigheid steeds opnieuw, van big bang naar big bang, van uitdijing en weer krimping van alle materie naar een nulpunt. Een heelal zonder geheugen en waar tijd en ruimte zich in de oneindigheid ook oneindig keer herhalen. Alles herhaalt zich.

2, Er zijn een oneindig aantal universums die tot in de oneindigheid uitdijen en nooit verdwijnen. Het heelal is een grote existentie waarin alles oneindig keer tegelijk voorkomt.

Nee, ik geloof nergens in. Ik heb nooit enige aanwijzing gekregen of en hoe het heelal is ontstaan. Zinloos om er verder over na te denken. Wel heb ik geen geheugen voor een ander of eerder leven, mijn leven heeft een duidelijk beginpunt. Vooralsnog is er geen leven zonder eeuwig einde of eeuwig begin. Ik beweeg er tussenin, zonder te weten waar ik nu precies sta.

 

Brekend nieuws

Het is even voor middernacht en ik heb net een mailtje naar Frits gestuurd. De kogel is door de kerk en ik ben opgelucht, heel opgelucht. Het voelt als een bevrijding, maar ik zit nog gevangen in mijn oververmoeidheid. Roelie gemaild en ge-sms’t dat ze straks niet op maandagmorgen kan langskomen voor de schoonmaak. Ik wil niet wakker worden door haar. Lieke terug van Lowlands. Ik trek nog een tweede flesje wijn open, een koud Spaans roseetje, en ga zo tot diep in de nacht naar de sluiting van de Olympische Spelen kijken.

Vanochtend uit mezelf vroeg wakker geworden. Liggen draaien en geprobeerd om nog verder te slapen, maar dat lukte niet meer. Een vage droom weer met sigaretten. Wat is dat toch? Ik zit in een tv-studio bij live-opnamen en ik word geïnterviewd door Kees van Kooten. Ik rook een sigaret en hij zegt, Helemaal niet erg dat je rookt. Niet stoppen, je kan er honderd mee worden. Einde droom.

Ik denk aan Lydia en aan gisteren. Ik voelde haar borsten tegen me aandrukken. Curieus en wonderbaarlijk toch dat die basale borstenmanie bij heteromannen in minuscuul dna ligt opgeslagen. Ze noemde me spontaan Wim. Waarom doen sommige mensen dat? Ank noemt me ook al sinds ze me kent Wim en nog wel meer mensen doen dat. Ik vind Wim een verschrikkelijke naam, maar er is niets tegen te doen. Een koosnaampje Wim,  zei Ank altijd lachend. En Lydia begon weer als de zoveelste dat ik sprekend op Henny Vrienten lijk. Dat zeggen vrouwen altijd als ze wat willen of homo’s. Ik zie het niet, maar Henny zelf snapte het wel. Ooit heb ik hem een keer toevallig ontmoet in café de Gouden Knop in de Utrechtsestraat, een ouderwerts Amsterdams café waar nog een werkende jukebox stond. Hij zat daar en was ingelicht dat Haagse Henny er ook was, zo noemde Joyce de barvrouw me, die vond dat ik als twee druppels water op hem leek. Hij kwam naast me staan en zei, Jij bent dus Haagse Henny, die wil ik dan wel eens even goed van dichtbij zien. En daarna zei hij, Ik ben jaloers op mijn dubbelganger, want je bent een stuk jonger. We konden erom lachen en hebben nog wat gedronken. Hij trakteerde. Daarna heb ik Doe Maar nooit meer een kutbandje genoemd. Was niet meer nodig.

Zondagmiddag en miezerig weer, Radio 1 aan met Langs de Lijn. Om half zes afgesproken met Freek voor onze jaarlijkse mannenavond in het Bierlokaal. Doen we al heel wat jaren in het laatste weekend van zijn zomervakantie. Drinken en eten en dan daarna naast het Bierlokaal een uurtje poolen in de Poolkelder. Maar ik had van te voren gezegd dat ik nu geen puf had om te poolen, alleen eten, elkaar zien en bijpraten. Freek komt dan met de trein op en neer. Is goed te doen.

Een mail ontvangen van Jochem, Amsterdamse vriend die af en toe linkjes rondstuurd met een zelfgemaakt Spotify-lijstje. Vandaag twee uur muziek van en met Charles Mingus. Die bewaar ik voor vanavond als ik weer terug ben.

Het Bierlokaal is een onder echte mannen populair restaurant waar ze alleen halve kippen van het spit serveren of grote burgers grillen. Freek is er ooit voor het eerst geweest en nam me later mee. Best aardige zaak en de kip komt van een speciale boerderij met echte scharrelkippen uit Oost-Zaan en de burgers worden gemaakt van goed Iers rundvlees. Kwaliteit tegen een goede prijs. Maar het is wel vlees buffelen met friet en mayo en met voor watjes nog een salade erbij of voor de echte lekkerbekken hun eigengemaakte appelmoes.

We hadden een tafeltje gereserveerd in de wat ruig uitziende, donkere tent, maar dat had niet gehoeven, het was wel druk, maar het zat niet vol. We begonnen met een aperitiefje, Freek wilde een Belgisch biertje en nam een Zotte en ik nam een glas rode huiswijn omdat het een Pinot Noir was uit de Bourgogne. Precies de soort wijn die ik de avond voor mijn break-down had gedronken, daarna verder niet meer gedronken. Misschien vandaag weer een goed moment. We namen er ieder een bakje knoflookolijven bij.

Freek vertelde honderduit over de vakantie en liet nog wat foto’s zien op zijn mobiel. Hij vroeg een paar keer naar hoe het met me ging, maar daar ging ik nauwelijks op in. Het ging best wel, alleen zo snel moe, zei ik. Drink dan ook niet, zei hij, of minder. O ja, nog niet verteld, Linda en ik gaan vanaf morgen tot minstens 1 oktober stoppen met drinken. En ook even geen vlees. Even genoeg van alles. Die kip wordt zo mijn galgenmaal voorlopig. Heb er wel trek in. Wat neem jij?

Ik zou weer de Italiaanse oreganoburger nemen met wat plakjes pancetta bovenop en bestreken met knoflookmayonaise. Ik vind kip met alles erop en eraan heel lekker, maar ik ga niet in het openbaar een kip met mijn handen afkluiven.

Tijdens het eten hadden we nu een langdurig gespreksonderwerp: vegetarisch eten. En toen ik Freek zo zijn kip zag slachten, bedacht ik dat ik ook mee zou doen; vanaf morgen ook geen vlees, maar dan ook geen vis of schelpdieren. Misschien alleen nog melk- en eiproducten. Dan ben je een lacto- en ovo- vegetariër, zei ik. En veel vlees is ongezond, slecht voor het milieu, maar bovenal een aanslag op het dierenwelzijn. In principe ben ik fel tegen de bio-industrie en ook tegen de overbevissing en de kweekvis, maar ja, ik kan wel van alles vinden, maar het blijft huichelachtig als je dan gewoon in je oude patroon blijft zitten. Ik stop misschien voorgoed met vlees en vis, en dan niet stoppen met drinken, maar minderen en geen wijn meer. Alleen ’s avonds een paar biertjes. Stoppen met drinken heeft voor mij geen zin, dat kan ik best, maar ik word er bloedchagrijnig van en dat kan ik nu zeker niet hebben …

Ik werd enthousiast tegen Freek in het gesprek over vegetarisch eten. Ik zag het helemaal zitten. Daarna nog over andere dingen gehad, maar na de koffie zonder iets erbij de boel bijtijds opgebroken. Freek met de trein terug en ik op de fiets naar huis. Sterkte op school morgen jongen, de schouders er weer onder. En we mailen over het eten en drinken.

En dan was ik ook goed van mijn column af, want je kan als vegetariër niet fatsoenlijk over eten schrijven, daarvoor moet je een omnivoor zijn. En dat ben ik niet meer. Straks een kort mailtje naar Frits en voor de rest zien we later wel.

Thuis gekomen maakte ik nog een flesje Bordeaux open. Om te vieren dat dit voorlopig mijn laatste flesje zou zijn. Morgen overstappen op licht pils. Paar blikjes per dag. Ik blijf een alcoholist.

Ik check de mail en er is om acht uur een mail binnengekomen van Frits. Ik zie gelijk dat het niet alleen voor mij is, maar voor iedereen van de krant. Een bericht van Frits, en van de directie van het Concern. Breaking news. De Nieuwe Courant wordt vanaf 1 januari een middagkrant en door de tegenvallende resultaten zullen er gedwongen ontslagen plaatsvinden, ook op de redactie. En de koers wordt verder verlegd, minder nieuws meer lifestyle en opinie …

Het was even schrikken en een onverwachte wending op de avond, maar er was al jaren allemaal discussie over. Ik wilde dat de krant ’s ochtends zou blijven verschijnen. Dan kun je overdag tot in de vooravond goed doorwerken. Ik weet gewoon niet beter. Maar wat maakt het nu uit, dacht ik gelijk. Ik zou bij de eersten horen die eruit zouden vliegen, ook na 35 jaar. So what? Een goede regeling, een paar jaar rekken tot aan een pre-pensioen en dan naar de Bahama’s om daar achter een reuzenpils te gaan zitten.

Ik was op de bank gaan liggen en zette de stream van Jochem op. Het begon met een liedje waarin steeds gezongen werd, Eat that chicken. Daarna een lange sferische stroom van instrumentale, mentale jazz; puntig en hoekig, soms chaotisch, caleidoscopische kadanzen. Schitterend. De muziek van Mingus paste perfect. Om elf uur keek ik op mijn iPhone, allemaal berichtjes van collega’s. Gelezen en ik was niet van plan om voorlopig te reageren. En ik wist nu wat ik Frits ging mailen. En dan daarna even een paar dagen een echte break, ik zie wel hoelang, ook even geen Lydia of wat of wie dan ook.

____________

van: Willem
aan: Frits
datum: 21-08-2016
onderwerp: Mijn toekomst en de krant
____________

Beste Frits,

Je bericht over de toekomst van de krant in goede orde ontvangen. Ik zou voor maandagmorgen laten weten hoe het met me gaat en of ik woensdag mijn column kan voortzetten nu de vakantie voorbij is. Een simpel antwoord, nee, dat zal niet lukken.

Vanavond een knoop doorgehakt en ik wil je voorstellen om samen met het Concern en Lois met een voorstel te komen waarbij ik bij de komende reorganisatie op een goede manier kan afvloeien. Er komt een einde aan 35 jaar werken voor de NC en ik zie zelf geen toekomst meer. Met heel veel plezier en inzet gewerkt voor de krant. Ik denk dat we er de komende tijd wel uit zullen komen.

Ik ga er natuurlijk van uit dat je de inhoud van deze mail niet verder  bekendmaakt. Dat zal ik zelf op een geschikt moment doen. Neem de tijd voor een reactie.

Groet en succes,

Willem

De Hortus

Het was aardig, maar bewolkt weer. Ik was precies om twaalf uur bij de ingang van de Hortus en Lydia stond er al. Er volgde een hartelijke en ontspannen begroeting en na het kopen van twee kaartjes stonden we in de tuin. Voor Lydia de eerste keer en ik was er al talloze malen geweest, de eerste keer wel zeker dertig jaar geleden. Maar ik wilde niet over mijn herinneringen praten en zeker niet over de geweldige Tweede Paasochtend die de Hortus ieder jaar voor kinderen organiseert met als hoogtepunt het zoeken van verstopte chocolade-eieren. Freek en Lieke vonden het altijd prachtig en Ank maakte altijd massa’s foto’s. De Hortus werd later voor mij na de scheiding ook een romantische plek met andere vrouwen, maar nu ben ik terughoudend en ben ik gereserveerd. Ik ga geen stappen ondernemen. Rustig aan.

Het was er heel rustig en we besloten om eerst een rondje te lopen en dan koffie te gaan drinken op het terras van de Oranjerie. Er stond nu nauwelijks iets in bloei, maar de volle en soms zeldzame bomen maakten een hoop goed, ook de kleine kassen waren interessant, vooral die met de cactussen. Ik wist wel een en ander te vertellen over wat we tegenkwamen. Ik ben geen kenner, maar ik had toch nog aardig wat kennis opgebouwd, zo wist ik de bijzondere Anna Paulownaboom aan te wijzen. Die was ik niet vergeten. Lydia vond het een heerlijke wandeling. Toen we rond waren gegaan door de tuin gingen we de grote tropische klimaatkas binnen. Het was er bijzonder warm, benauwd en broeierig, alsof je echt in de tropen bent. Bijzonder en spectaculair. En alles is er donker en helder groen van de bladeren en met hier en daar wat felgekleurde tinten van exotische bloemen. De kas is een groot plantaardig organisme met in het midden een kleine vijver waarin het grote blad rust van de beroemde bloem Victoria Regina, die maar heel zelden en alleen heel kort ’s nachts bloeit en dan een geweldig sterke geur, stank verspreidt.

We liepen door de kas en ineens pakte Lydia mijn hand vast en liepen we verder. Ze kneep in mijn hand en ik kneep terug. We keken elkaar aan en glimlachten even. Maar wat nu dacht ik, wat nu? In hemelsnaam wat nu? Er was verder niemand op ons paadje. We kwamen bij de Victoria Regina. In het grote ronde blad stak een lange stengel de lucht in. Ik zei er niets over. Ik hield in, trok Lydia naar me toe en kuste haar vol op en in haar mond. Raak. Tintelend en zinderend, maar ik wist ook wat ik gelijk zou zeggen. Niet gerepeteerd, maar het werd me gelijk ingegeven.

Ik vind je lief en heel leuk, maar het is nog te vroeg. Ik ben nog niet in orde, ik moet wachten, we moeten verder wachten …

Ik vind je ook heel leuk, zei Lydia, en ik heb geduld, we kunnen verder leuke dingen ondernemen. Niet te veel, doen we rustig aan. Prima Wim.

Ik gaf haar weer een paar korte kussen op haar vochtige lippen. Het is me nu te veel en ik krijg het benauwd, vervolgde ik. Ik moet je hier nu verder alleen laten. We mailen en bellen later, van de week. Ik moet nu weg, ik moet naar huis. Ga zelf nog wat drinken in de Oranjerie.

Ik gaf haar nog een laatste vluchtige kus, liet haar hand los, draaide me om, zei Bye … en ik liep snel de kas en de Hortus uit. In paniek, hartkloppingen, een soort van hyperventilatie. Ik weet niet wat me overkomt. Het zweet brak me uit.

Het regende behoorlijk, maar ik wilde niet schuilen. Binnen tien minuten zou ik weer thuis zijn. Niet ver lopen. Alles kolkte door mijn hoofd. En morgenavond de mail naar Frits, En hoe nu verder met alles?

Ik kwam doornat thuis, plofte met een diepe zucht van opluchting op de bank. Het was pas half twee. En toen gebeurde wat me nog nooit eerder was overkomen, en ergens uit het niets, maar met een duidelijke aanleiding barstte ik in een grote huilbui uit.

Tomorrow never knows

Gisteravond naar Victoria gegaan, de roeicliub aan de Amstel. Een paar rustige uurtjes en er waren niet zoveel leden die kwamen eten, komt door de zomervakantie. Er was Hollandse macaroni met een sinaasappel toe. Het was prima verder. Wel wat bekenden gezien en kort met ze gesproken. Ook kwam ik Jaap tegen en hebben we samen gegeten en nog wat nagezeten op het terras. Allebei aan het tapbier. Jaap zit al bijna zestig jaar op de club, al sinds eind jaren vijftig, onvoorstelbaar. Lid geworden toen hij student was, maar Victoria is al lang geen echte studentenclub meer. Het is een vereniging voor de wat oudere vrijetijdsroeier, maar wel met een bloeiende jeugdafdeling.

Ik ben er gaan roeien toen we Freek erop deden toen hij tien jaar was. Voetballen zagen we niet zitten, vooral niet omdat we als ouders dan steeds bij de wedstrijden langs de lijn moesten staan en we hadden ook geen tijd en zin met halen en brengen. Freek had op de middelbare school nog zelf kunnen kiezen om te gaan voetballen, maar dat kwam er niet van. Hij bleef tot en met zijn studie roeien op Victoria. En nu doet hij in Den Haag aan windsurfen, bij een club op Scheveningen. Hij is gek op water, ik ook. We hebben vroeger samen leuk geroeid door de jaren heen. Vader en zoon.

Jaap is taxateur geweest bij vonduehuis de Staalmeesters en is wel wat kakkineus, maar ook altijd een jazzcat geweest. Hij mag graag vertellen over het Amsterdamse jazzleven van de jaren vijftig en zestig; de legendarische nachtconcerten in het Concertgebouw en de optredens in club Sherezade. Bij zijn pensioen, een jaar of tien geleden, gaf hij een borrel thuis in zijn flat in Buitenveldert voor zijn vele roeimaatjes en ik heb toen zijn grote vinylcollectie met jazzplaten gezien en gehoord. En nu is vinyl weer helemaal terug en Jaap verzamelt nog steeds jazzschijven, vaak dure collectorsitems. Hij hoeft geen Spotify, alleen vinyl en cd’s thuis draaien is meer dan genoeg. Ik hou zeker ook van jazz, vooral van de bebop, maar ik ben daar pas laat mee in aanraking gekomen. Dat was midden jaren tachtig toen ik onder de hoede kwam van mijn journalistieke leermeester Henk, Henk den Uyl, de rechtbankverslaggever van de krant en die ik in 1992 opvolgde. Hij was een oude rot in het vak en kende iedereen. Alleen feiten, geef nooit meningen was zijn credo, ook al was je het totaal niet eens met een rechterlijke uitspraak. Veel bij hem thuis geweest en op zijn muziekkamer gezeten, praten over de krant en de zaken en tussendoor veel Parker, Monk en Mobley gehoord, zijn drie grote helden. Hij vertelde me alles over het opwindende geluid van de saxofoon van Bird, over de soms onnavolgbare en grillige syncopische pianoloopjes van Monk, een genie, en Mobley werd totaal onderschat. Henk was een fijne vent en een bezeten man, vooral in zijn vak. Hij zag eruit als Dick Bos, de detective uit de strips van na de oorlog: lang, mager, maar met een fysiek sterke uitstraling en met naar achteren, plat gekamd zwart brylcreemhaar. Hij was een matige drinker, maar rookte als een schoorsteen Caballero’s en is er veel te jong aan overleden. Ik heb nog op zijn crematie gesproken, de enige keer dat ik dat gedaan heb, als vriend. Ik mail nog wel eens met zijn zoon. Die is een paar jaar ouder dan ik.

Ik heb altijd een brede muzieksmaak gehad, maar ik ben er nooit heel fanatiek in geweest. Het meest houd ik van wat vuige en gruizige gitaarrock, bij voorkeur een Brits bandje zoals de Arctic Monkeys. Maar zoals de laatste maanden ook veel naar klassiek achtergrondbehang geluisterd op de radio. Rap, hiphop en dance zijn aan mij voorbijgegaan, niet aan Freek en Lieke. Ze sturen weleens een playlist van Spotify die ik dan zelden helemaal afluister. Wel die van mijn oude schoolvriend Jasper uit Den Haag. Die was bezeten van muziek, nog steeds, en gaat nog geregeld naar concerten, goede smaak en binnen mijn straatje. Een enkele keer gaan we samen naar een optreden, zoals vorig jaar nog naar een puike nieuwe ska-band in de Melkweg. Ik kan even niet op de naam komen. Maar lekker hoor ska. Maar ook singer-songwriters, countryrock, het betere Nederlandstalige lied en natuurlijk David Bowie. Bowie deelde ik ook met Ank. Een paar keer met Jasper, en ook met oud-schoolgenoot Hans erbij, met zijn drieën een weekend naar North Sea Jazz geweest toen het nog in Den Haag zat. Van alles gehoord, Miles Davis gezien en een keer James Brown, die vind ik dan weer klasse vanwege zijn dampende dansmuziek. Altijd van dansen gehouden op feestjes. Maar dan ook helemaal uit je dak gaan op een punkplaatje van Iggy Pop.

Jaap heeft het altijd nog over zijn vrouw die een paar jaar gelden overleed aan Alzheimer. Tot het laatst voor haar gezorgd. Er is geen ruimte meer voor een nieuwe vrouw op zijn leeftijd, maar mij spoorde hij weer aan om vooral achter de meisjes aan te gaan. Ik vertelde kort dat ik me nu even niet zo senang voel met het werk, maar dat wat de dames aangaat ik mijn best blijf doen. Ciao Jaap, we mailen nog en gaan we er weer een keer op uit in een dubbel-twee.

Vandaag een rustig, kabbelend dagje verder, wat mailtjes opgepakt en afgewerkt. Roelie komt maandag na drie maanden weer schoonmaken, de hulp die in principe eens in de twee weken komt en de boel hier grondig aan kant maakt. Heel plezierig. Roelie heb ik destijds overgenomen van de vorige huurder van de woning. Roelie is inmiddels een wat oudere Surinaamse vrouw die met wat adresjes er zwart wat bijklust. Aanvankelijk voor haar twee opgroeiende dochters als alleenstaande moeder en nu voor haar volkstuintje, haar paleisje in de Watergraafsmeer. Ze is goed en betrouwbaar. We kunnen het prima vinden, al communiceren we de laatste jaren vooral via de mail. Op maandagmorgen ben ik er doorgaans niet en heb ik redactievergadering binnenland op de krant, maar aanstaande maandag ben ik gewoon thuis. Ik kijk wel of ik dan toch al vroeg de deur uitvlucht. Ik zie wel.

Vanmiddag overwogen om de Spaanse gitaar weer eens op te pakken, maar toch nog geen goesting. Hij hangt aan twee spijkers te wachten aan de muur. Op de gitaar ontdekte ik na mijn mislukte studie The Beatles, ruim na de jaren zestig en zeventig. Dan maar geprobeerd om een tukje te doen op de bank, maar dat lukte niet. Daarna naar de supermarkt geweest in de Roeterstraat en een groene couscous-maaltijdsalade gekocht en die opgevrolijkt met een blikje tonijn in olie. Pistoletje erbij met een roomboterkrul, glaasje wit. Morgen naar de Hortus met Lydia, vroeg naar bed, vroeg op. Ik ben nu bekaf.

Familie

Ma belde. Ze zou vanochtend voor het eerst naar haar cursus geheugentraining gaan, maar dat was ze vergeten. Ze woont sinds een half jaar in een zorgcentrum in een prima aanleunwoning in Loosduinen, in Den Haag. Hele zorg minder voor mijn zus Irene en haar man Koen, zeker na alle rompslomp rond de verhuizing. Het gesprek met ma verliep onsamenhangend en onaangenaam. Ze wist niet meer dat Freek en zijn vriendin Linda vorige maand voor hun vakantie langs waren geweest. Ze werd boos. Toen heb ik maar opgehangen. Van mijn burn-out weet ze niets. Alles gaat goed en prima ma, ik kom snel langs, maar nog even heel druk, ook in de zomer.

Freek is mijn zoon. Hij whatsappte vanmorgen wat leuke foto’s en berichtte dat ze op weg naar huis zijn na drie weken trekken en kamperen in Frankrijk. Vanavond komen ze thuis en maandag weer beginnen. Freek wordt volgend jaar dertig en heeft zijn draai in het onderwijs gevonden als leraar geschiedenis op de Haagse Hogeschool. Hij wilde weg uit Amsterdam toen hij klaar was met studeren en via wat toeval kon hij via Irene in Den Haag een baan krijgen. Irene geeft al jaren les aan dezelfde Hogeschool, Nederlands en zakelijk schrijven. Ik heb verder geen andere broers of zussen. Irene is twee jaar ouder en heeft geen kinderen, een te druk werkzaam en sociaal leven. Wil veel reizen en vrij zijn. Koen is gepensioneerd en heeft van alles gedaan, de laatste jaren op personeelszaken in de Scheveningse gevangenis. Aardige vent. Freek zijn vriendin Linda is bibliothecaresse op het Ministerie van Economische Zaken. Degelijke, rustige baan, rustige vrouw ook. Ze willen wel kinderen, maar nu nog niet. Ik vraag er nooit naar. Ank wil niets liever dan oma worden. Ik heb Ank leren kennen in het Amsterdamse krakersmilieu eind jaren zeventig, we studeerden in Amsterdam, ik rechten, zij pedagogiek. We kwamen allebei uit Den Haag. Twee jaar later, 30 april 1980, geen woning geen kroning. Nog een jaar later stopte ik met studeren en kon ik vervangende dienstplicht doen bij De Nieuwe Courant. Ank studeerde wel af, maar wilde fotograaf worden, wat ook lukte. Ik ben al die jaren bij de NC gebleven. Nadat Freek werd geboren zijn we toch getrouwd, om makkelijker samen een huis te kunnen kopen. Zes jaar later werd Lieke geboren, een welkom ongelukje.

_

Lieke is vanavond aangekomen op Lowlands in Biddinghuizen met drie vriendinnen. Twee tentjes en nog even flink feestvieren voordat ze gaat beginnen bij het MAC op 1 september, werken als afgestudeerde basisarts en tegelijk in opleiding voor allround ziekenhuisarts, duurt drie jaar. Een nieuw specialisme dat ze al jong helemaal zag zitten, werken als dokter in een ziekenhuis. Dat gaat nu gebeuren en gelijk leuk verdienen. En wat een mooi en nobel vak, maar ik moet er zelf niet aan denken. Ik haat doktoren en ziekenhuizen. Op een dag ga je gewoon dood, de een wat vroeger dan de ander. Aan mijn lijf geen medische polonaise. Daarom slik ook niets tegen mijn verhoogde bloeddruk. Alleen minder drinken helpt echt.

Voor tante Clara, de oudere zus van mijn tien jaar geleden overleden vader, heb ik op internet een bloemetje besteld dat zaterdag wordt bezorgd op haar 90e verjaardag. Krasse dame die nog op zichzelf woont op Scheveningen. Altijd alleenstaand geweest en op kantoor gewerkt. Suikertante. Kon een kaartje toevoegen bij het boeket met zonnebloemen en ik ondertekende dan toch nog ook namens Ank en de kinderen. Zij vergeten die verjaardag verder en ik ga ze niet helpen herinneren. Mijn vader – Piet –  heeft zich ergens dood gewerkt op de veiling van Honselersdijk. Uiteindelijk werd hij chef logistiek en hij was zijn leven lang een straffe roker en drinker. Dat harde werken heb ik van hem. Hij had ook weinig op met familie. Ja, familie, je moet er van houden.

Het werk zaagt en maalt de hele dag door. Volgens afspraak zou ik uiterlijk eind deze week Frits moeten laten weten of ik verder kan met de column op woensdag, getiteld Woensdag gehaktdag. Die rubriek doe ik al ruim twintig jaar na een succesvolle serie met de verkiezing van beste bal gehakt van Amsterdam. De vaste culinaire specialiste van de krant is Gemma, zij is een echte bekendheid, ik niet. Maar de column is leuk om te doen en doorgaans schudde ik de stukjes zo uit mijn mouw. Kwam ook wel door Ank die food-fotograaf is. Dat was een gedeelde liefde naast de kinderen: lekker eten en drinken. Ank is enig kind en haar ouders leven nog, ze zijn in de tachtig en wonen in Den Haag. Ik heb nog wel contact, maar heb ze al een paar jaar niet gezien. Opa en oma De Bruin. Mijn moeder heeft nog twee zussen en een broer en mijn vader had naast Clara nog een oudere broer die al lang niet meer leeft, ome Cor, de politieagent die vroeger mooie, spannende verhalen vertelde toen ik kind en tiener was. Mijn moeder was huisvrouw en kwam uit een familie van Brabantse varkensboeren, heetten allemaal Meunier, ooit Franse Hugenoten. Mijn ouders hebben een milde katholieke jeugd gehad, maar Irene en ik hebben er niets van meegekregen, een totaal ongelovige en onkerkelijke opvoeding. Leven en laten leven was hun devies en zo is het maar net. Maar ze maakten wel een leven lang continu ruzie, met elkaar, met anderen en vooral met de familie. Daardoor ben ik nooit besmet geraakt met de familieziekte.

_

Ik kan niets beslissen en niet goed nadenken over het werk en de krant. Alles stagneert, het grote werk dat Frenk heeft overgenomen en het kleine werk zoals de column. Het vooruitzicht is vooralsnog rampzalig. Ik mail Frits pas zondagavond, last minute om de naderende, vervelende boodschap voor mijzelf tot het laatst uit te stellen. Maandag is de zomer voor de krant voorbij. Mijn zomer gaat nog even verder. Ik houd niet van voorspellingen, maar het kan allemaal nog lang duren. En al drie maanden niet meer de stad uit geweest, dus ook niet bij ma op bezoek geweest.

Ik

Je bent niet met mij getrouwd, maar met die kutkrant! Dat is wat Ank vroeger regelmatig riep, schreeuwde. Ik nam het haar nooit kwalijk en zei dan altijd, Maar als ik moet kiezen, dan kies ik voor jou en de kinderen. Maar dat hielp niet. In 2000 ging ze er vandoor met Wouter. Tempi en veel pijn.

Altijd alles in het teken van de krant, ik kan er niets aan doen. Ook de relaties daarna waren daardoor steeds gedoemd te mislukken. Het lag steeds aan mij, ook bij de laatste lange relatie met Janet. Kwam ook door de slopende Estarion-zaak die nog steeds niet is afgelopen. Je bent een grote egoïst, zei ze steeds, en toen was het na tien keer herhalen ook basta. Voorgoed.

Ja, ik. Het draaide om mij, ik was en ben een egoïst. Altijd geweest. Maar nu ergens juist ook weer niet door de breakdown. De krant kan me nu voorlopig gestolen worden. Het hoger beroep van Estarion mag, moet Frenk doen. Ik kan nu geen dossiers lezen of een zitting bijwonen. En kom ik ooit nog aan een stabiele relatie? Ik heb weer beet met Lydia, maar ik kan dat nu verder niet aan. Onmogelijk en niet eerlijk naar haar. En ik ben inmiddels te oud voor alleen wat seks en een gezellig ontbijtje. Ik was graag met Ank oud geworden. Misschien nog met kleinkinderen. Een huisje in Frankrijk, samen boeken lezen, misschien samen boeken maken. En nu zit ik alleen op een etage zonder balkon, maar met uitzicht op een gracht. Op de bank kijk ik naar de Olympische Spelen, halve finale dameshockey. Vanwege de wedstrijdspanning, de rokjes en de lust. Nederland wint. Ik verlies.

Over Lydia heb ik wel gefantaseerd en ik ben benieuwd hoe het zaterdag gaat in de Hortus, kijk er wel naar uit, maar ze is tien jaar jonger. Toch een generatieverschil en ze is opgegroeid met Michael Jackson als muzikale held. Zit ik dan met de punk, new wave en Joy Division. Dat komt nooit goed en dan moeten we beiden onze geschiedenissen weer langzaam oplepelen en herkauwen en dan weer wat nieuws samen opbouwen. Als het allemaal ooit zover komt. Ik wil nu niets over vroeger vertellen. Dat heb ik wel gehad, al die oude verhalen en riedels. Ook niet opscheppen over de kinderen. Ik ga luisteren, vragen stellen. Het is nu een hopeloze situatie en alles maalt maar door. Ik staar navel en blijf een egotist, maar ik heb geen verpleging nodig. Nooit, jamais, never, never nooit niet zeggen ze in De Haag.

_

Vanmiddag gebeld naar de roeiclub en ik kom morgenavond eten. Er wordt iedere week op donderdagavond gekookt voor de leden. Ik ben er in geen tijden geweest en aan roeien kom ik al jaren zelden toe. Ik zou meer moeten bewegen, sporten. Minder drinken, minder tobben. Meer en goed slapen en niet dromen. Niet letterlijk en niet figuurlijk, niet over de krant, over Lydia en de toekomst. In het hier en nu blijven.

En dat is nog het beste, weer dingen doen, uitstapjes ondernemen. Het elkaar nu naar de zin maken. Langzaamaan, voetje voor voetje, stapje voor stapje. Meer zit er ook voorlopig niet in. Misschien wel nooit meer.

_

Opgebleven en Dafne Schippers verliest op de 200 meter Olympisch goud.

Nu slapen.

Soms is er even paniek, maar dan houd ik mijzelf voor; Ik besta.

Mail

 

____________

van: Lydia
aan: Willem
datum: 17-08-2016
onderwerp: Hortus
____________

Hallo Willem,

In de Beuk zei je zaterdagavond lief dat ik je kon mailen. Dat doe ik dan nu en ik wilde voorstellen om van het weekend af te spreken in de Hortus. In de buurt en ik ben er nog nooit geweest. Lijkt me erg leuk. Zaterdag of zondag maakt me niet uit, ik dacht aan een uur of twaalf. Wat zou jou uitkomen? Als het je niet uitkomt of het te veel is, dan is dat ook goed. Dan zien we elkaar wel weer in de Beuk.

Ik heb het speltbrood bij Groen gekocht. Was erg lekker en ik was voor op de boterham speciaal naar de Utrechtsestraat gefietst voor een haring. Ja, dat ik uit IJmuiden kom verloochent zich niet. En ik was in geen jaren meer bij een echte bakker geweest. Het was er wel erg druk, maar dat snap ik wel. Zo leer ik steeds beter de buurt kennen. Voel me al behoorlijk thuis.

Ik hoop wat van je te horen.

Groetjes,

Lydia

____________

van: Willem
aan: Lydia
datum: 17-08-2016
onderwerp: Re: Hortus
____________

Hoi Lydia,

Leuk dat je mailt, ik had er niet echt meer op gerekend. Ik doe voorlopig nog wel rustig aan, ook met naar het café gaan. Maar ik neem je uitnodiging voor de Hortus graag aan. Ik stel dan zaterdag voor en dan zien we elkaar bij de ingang. Twaalf uur. Gezellig!

Groet,

Willem